Installatiebranche klaar voor transitie naar duurzaam?
Disciplines gaan integraal samenwerken om een maximaal rendement te halen. Daarbij heeft de installateur een cruciale rol, gezien de invloed van techniek op de energieprestaties.
Een artikel van NCOI Techniek & Veiligheid in Cobouw (bewerkt)
Installatietechniek is een dynamische bedrijfstak. Niet in de laatste plaats vanwege de belangrijke rol die de branche speelt om te zorgen dat de samenleving in relatief korte tijd onafhankelijk wordt van eindige energiebronnen. Er kan met recht van een revolutie worden gesproken. Want om de klimaatdoelstellingen van de overheid te kunnen halen, moet het ontwerpproces van gebouwen ingrijpend veranderen. Zijn installatiebedrijven wel klaar voor deze nieuwe eisen?
Is de installatiebranche klaar voor transitie naar duurzaam?
Disciplines gaan integraal samenwerken om een maximaal rendement te halen. Daarbij heeft de installateur een cruciale rol, gezien de invloed van techniek op de energieprestaties. Daarnaast is er een revolutie bij de toegepaste energie: fossiele brandstoffen maken plaats voor duurzame bronnen zoals wind en zon. En met grote creativiteit wordt energie uit diverse andere bronnen gewonnen, van algen tot waternetten.
De ontwikkelingen hebben ook gevolgen voor lokale energienetten, die geschikt moeten zijn om vanuit woningen massaal energie terug te leveren. Andere ontwikkelingen geven extra uitdagingen, zoals de noodzakelijke energiemanagementsystemen en de verwachte massale overstap op elektrische voertuigen die de aanleg van vele laadpunten nodig maakt, uiteraard gevoed vanuit duurzame bronnen.
Stevige doelstellingen
De brede aanpak is noodzakelijk om de stevige doelstellingen van de overheid te halen. Het reduceren van de CO2-uitstoot is een belangrijke drijfveer, gecombineerd met de wetenschap dat de voorraad aardgas eindig is. De gevolgen zijn voor iedereen tastbaar. Vanaf 2021 worden nieuwe gebouwen in de regel niet meer op gas verwarmd. Dankzij uitstekende isolatie hebben ze voor verwarming vrijwel geen energie nodig en wat er nodig is voor elektrische toepassingen komt uit groene bronnen.
Het bedrijfsleven moet forse stappen zetten om het energiegebruik te beperken en over te schakelen op groene bronnen. Zo moeten nieuwe kantoren vanaf 2021 (bijna) energieneutraal (BENG) zijn. En bij ongeveer de helft van de bestaande kantoren moeten vanaf 2023 maatregelen zijn getroffen: kantoren met een grotere oppervlakte dan 100m2 moeten vanaf dat jaar voldoen aan energielabel C. Zo niet, dan verliezen ze in de meeste gevallen hun functie.
Creatieve energie-oplossingen
De nieuwe regels prikkelen de creativiteit. [Van Hout] Zo nam VDL Kunststoffen dit jaar een nieuw pand in gebruik waar 109 ton CO2 reductie wordt behaald door het gebruik van restwarmte uit het productieproces. Kou van buiten koelt het productieproces. De restwarmte van het productieproces verwarmt het bedrijfspand
Belangrijk voor het benutten van zonne-energie is de mogelijkheid om energie op te slaan. Ook op dat gebied gaan de ontwikkelingen snel. [Van Hout] Een bedrijf als Royal Agio Cigars kiest ervoor om hun eigen energievraag te sturen en wordt daarmee onafhankelijk van energiebedrijven. Een ander geslaagd voorbeeld is Atlas, het hoofdgebouw van de Technische Universiteit Eindhoven. Mede dankzij een omvangrijk zonnedak is dit het duurzaamste onderwijsgebouw ter wereld.
Grote kansen installatiebranche
Voor de installatiebranche zijn de gevolgen van het verduurzamen groot. Uneto-VNI voorzitter Doekle Terpstra was opgetogen over het regeerakkoord: “Op het gebied van verduurzaming laat het regeerakkoord ambitie zien. Een CO2-reductie van 49 procent in 2030 is geweldig nieuws voor de installatiebranche. Uneto-VNI heeft steeds gepleit voor een Klimaatwet en een nieuw energie- en klimaatakkoord. Met dit regeerakkoord worden we op onze wenken bediend. De energietransitie krijgt hiermee een stevig fundament voor de lange termijn en biedt daarmee investeringszekerheid en vertrouwen. Als gemeenten, netbeheerders, bouwers, energiebedrijven en installateurs de handen ineenslaan, kunnen we van Nederland de mondiale koploper van de groene economie maken.”
Vakmensen opleiden
Aan installatiebedrijven worden nieuwe eisen gesteld. [Van Hout] We dagen onze mensen uit om zelf aan de slag te gaan. Zij zijn de experts die service en onderhoud in de vingers hebben. We kiezen voor een integrale aanpak en werken veel in teams. Daarbij krijgen onze mensen de vrijheid om hun werk op de beste manier te doen, waarbij de nadruk ligt op klantgerichtheid. We geven ruimte voor ontwikkeling en bieden de tools die daarvoor nodig zijn. Zo werken we met trots aan duurzame installatietechniek.
Opleiders zoals NCOI Techniek & Veiligheid spelen hier op in door nieuwe trainingen aan te bieden en bestaande opleidingen waar nodig aan te passen. Titels zoals klimaattechniek algemeen (KLI-A) en klimaatbeheersingsinstallaties ontwerpen (KLI-C) zijn bijvoorbeeld aangepast aan de laatste stand van zaken waarbij ook duurzame systemen en de eisen aan duurzame woning- en utiliteitsbouw worden behandeld. Daarnaast zijn er specifieke opleidingen over bijvoorbeeld installatie en onderhoud van warmtepompen en warmtepompboilers. De branche is klaar voor een duurzame toekomst.